De tijd begon bij het eerste licht

Het stuk hieronder kwam ik tegen op johathanedawards Een stukje bijbelkennis, maar als ik dit lees beginnen er lampjes te branden. lampjes zonder bulb of spiraal, en toen was er licht :-)

Met de dagen in Genesis 1 worden perioden bedoeld van 12 of 24 uur

  • 1. God wijst er Zelf op dat Hij met het woord “dag” de periode van licht bedoelt
  • 2. Deze betekenis impliceert een uitleg als periode van dag en nacht.
  • 3. Het ligt voor de hand dat het dan gaat om een tijdsbestek van 24 uur.
  • 4. De dagen waar Genesis 1 van spreekt zijn daarom dagen van precies 24 uur.

God schiep op de eerste dag niet alleen het licht, maakte Hij maakte ook scheiding tussen het licht en tussen de duisternis. Toen God het licht schiep, was er dus niet overal alleen maar licht: er was zowel licht als duisternis.

Je kunt tegenwerpen dat het woord scheiding kan worden opgevat als uitsluitend een scheiding in tijd: een periode licht en een periode duisternis. In vers 7 gaat het ook over een scheiding: uit de context blijkt dat er sprake is van een geografische scheiding. In vers 18 gaat het opnieuw over de scheiding tussen licht en duisternis: als daar uitsluitend een scheiding in tijd werd bedoeld, zou er twee keer hetzelfde worden gezegd. Het ligt dus voor de hand om bij het woord scheiding te denken aan een geografische scheiding.

De Bijbel is geen bron van natuurkundige gegevens. God heeft hier niet geopenbaard dat de aarde rond is. Met onze huidige kennis kunnen we echter het een en ander wel beter begrijpen. God schiep scheiding tussen licht en duisternis. Wij weten dat de aarde rond is, en dat er dus op elk willekeurig moment een geografische scheiding is tussen licht en duisternis. Op deze wijze schiep God het licht: het was niet alomvattend, maar werd gescheiden van een deel van de aarde waar duisternis was. Het licht dat God schiep was een licht dat een gedeelte van de aarde wel en een gedeelte van de aarde niet verlichtte. De periode van licht noemde God dag en de periode van duisternis noemde God nacht. Of anders uitgelegd: van het deel van de aarde waar het licht was, zei God dat het dag was en van het deel van de aarde waar het donker was, zei God dat het nacht was.

Wat we vervolgens lezen in Gods Woord vloeit hieruit voort:“Het was avond geweest, en het was morgen geweest: de eerste dag.” Door die scheiding tussen licht en duisternis kon het avond en morgen worden. Waar licht was, kwam duisternis en vervolgens opnieuw licht. Daarop wijzen de woorden: het was avond geweest, en het was morgen geweest. Het licht zelf werd niet weggenomen. Dan zou trouwens ook niet van 'scheiding' gesproken worden. God bracht de aarde in beweging om haar as, waardoor het op het deel waar het dag was geweest, duister werd. Het deel waar het nog donker was gebleven, werd nu licht. Daar begon nú pas de eerste dag. Pas toen de aarde eenmaal om haar as was gedraaid, was op de gehele aarde de eerste dag voorbij. Op de plaats van het paradijs was het avond geworden en het was morgen geworden. De aarde was voor de eerste keer om haar as gedraaid; de eerste dag was ten einde.

God schiep niet alleen het licht op de eerste dag, maar Hij schiep ook de dag zelf: Hij schiep namelijk niet alleen OP de eerste dag; de eerste dag zelf was al een schepping. God had immers niet een dag de tijd nodig om het licht te scheppen.

Dat spreekt voor zich, God heeft nooit tijd nodig om iets te kunnen doen, want Hij staat als Schepper van de tijd bóven de tijd. De allereerste zondag werd geschapen. De zondag was de dag waarop Gods Geest boven de wateren zweefde, het was de dag waarop God sprak: Er zij licht.

Wat voor de eerste zondag geldt, is ook van toepassing op de eerste maandag. God had niet de hele maandag nodig voor de schepping van het uitspansel, maar Hij schiep de eerste maandag. Hij liet het opnieuw avond worden en weer morgen. Met andere woorden: God ging voort om de aarde in haar beweging te houden, zodat ook deze tweede dag werd geschapen. (Voor ons lijkt dit vanzelfsprekend, maar voor “de beginne” wás er nog helemaal geen tijd. Er wáren geen dagen, er was alleen eeuwigheid. God schept de week in zeven verschillende dagen als basis voor het leven in de tijd.)

Op de vierde dag, de woensdag, schiep God de hemellichten. Zij hadden als doel scheiding te maken tussen de dag en de nacht.

Opvallend dat het woord dag steeds tegenover het woord nacht staat. Het gaat bij het woord “dag” om de periode van licht. Zo staat het er ook letterlijk. God heeft overigens in vers 5 Zelf al gedefinieerd wat Hij met het woord “dag” bedoelt: “En God noemde het licht dag...” In de tweede plaats valt op dat het woord dag in verband wordt gebracht met de tekenen van de hemellichten. De zon wijst in onze tijd een dag aan van 24 uur. Het ligt voor de hand dat het toen niet anders is geweest. Het is niet voor de hand liggend om te veronderstellen dat een dag meer of minder dan 24 uur heeft geduurd. Dan zou God een verandering in Zijn schepping hebben aangebracht, waar geen enkele reden voor te vinden is. Dan zou de aarde toen sneller of langzamer om haar as hebben gedraaid.

De zon kreeg dus de rol om als lichtbron te fungeren. (Voor alle duidelijkheid: God is onafhankelijk van de zon: op verschillende plaatsen in de Bijbel lezen we van duisternis op de aarde, ondanks de zon. We lezen ook verschillende plaatsen van een groot licht, zónder de zon. Het is dus niet vreemd te veronderstellen dat éérst het licht geschapen werd en daarna pas de hemellichten. Het omgekeerde zou eerder vreemd zijn: dan zou God afhankelijk zijn van de zon om licht te scheppen. Dan zou het licht niet rechtstreeks geschapen zijn, maar de zon zou geschapen zijn als middel om licht te geven. In God is méér licht dan de zon kan geven. De zon wordt slechts geschapen als middel om de aarde te verlichten, zoals in Exodus de vuurkolom het middel was om het volk Israël te verlichten.

De aarde draaide reeds rond haar as. De dagen en nachten waren al geschapen. De zon kreeg nu dus de taak voortaan als lichtbron te dienen, en op deze wijze dagen en nachten aan te geven. Zij werd echter ook geschapen om de jaren aan te geven. God liet dus kennelijk vanaf nu de aarde niet alleen ronddraaien om haar as maar ook rondom de zon.

Zo heeft God de eerste week geschapen. Op de zevende dag werd de Sabbath geschapen. Dit was uiteraard geen nieuwe schepping, net zomin als de andere dagen nieuwe scheppingen waren. Bij de schepping van het eerste licht en de scheiding tussen licht en duisternis, was de aarde voor altijd in beweging gezet. Elke nieuwe dag wijst op Gods onderhouding hierin; in die zin heeft Hij de eerste week geschapen. Vanaf nu bestaat alle tijd in een opeenvolging van weken.

Tot zover dus een stukje uit het oude boek met een mooi stukje uitleg, voor mij nog niet compleet. Dat heeft te maken met de god uit het oude testament en de universele God ( het licht, de onnoembare, het alles.) want die eerste heeft hier volgens de geschriften op de oude kleitabletten, hier met zijn maatjes goden op de aarde rondgelopen. Staat ook in de bijbel.

"De reuzen (Nephilim) waren op de aarde in die dagen, en ook daarna, toen de zonen Gods tot de dochters der mensen kwamen en zij hun kinderen baarden; dit zijn de geweldigen uit de voortijd, mannen van naam".

wikipedia: Nephilim voor de zondvloed

Maar is dit nou allemaal waar ? Verschillende goden, kleitabletten, verwarrend allemaal. Wie weet ? De tijd zal het leren.

Een betere inleiding voor mijn volgende hoofdstuk kan ik me niet bedenken.

Bram vermeulen verteld; "in den beginne"

Veel kijk plezier !

Geen opmerkingen:

Een reactie posten